Nederlands

 
eendenkuiken bij moedereend
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·den·kui·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eendenkuiken eendenkuikens
verkleinwoord eendenkuikentje eendenkuikentjes

Zelfstandig naamwoord

het eendenkuikeno

  1. (dierkunde) pas uit het ei gekropen watervogel behorend tot de familie Anatidae  
     Een eendenkuiken ligt verminkt op de grond bij een fokkerij.[2]
     De Enschedese Vandy Barend (16) heeft woensdagmiddag door snel ingrijpen een eendenkuiken van de dood gered in de Roombeek. Barend ging met gevaar voor eigen leven een nauwe geul in om het beestje te redden.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Toezicht op behandeling eenden moet beter'” (06-07-2018), NOS
  3.   Weblink bron “Enschedese visser Vandy (16) redt eendenkuiken van de dood” (18-07-2018), Tubantia