eedbreuk
- eed·breuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eedbreuk | eedbreuken |
verkleinwoord | eedbreukje | eedbreukjes |
- het niet nakomen van een plechtig gedane belofte
- Het woord 'eedbreuk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eedbreuk" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be