• ed·war·di·aans
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen edwardiaans edwardiaanser edwardiaanst
verbogen edwardiaanse edwardiaansere edwardiaanste
partitief edwardiaans edwardiaansers -

edwardiaans

  1. met betrekking tot het tijdperk van de regering (1901 - 1910) van koning Eduard VII in het Verenigd Koninkrijk
     Dit is een vredig edwardiaans Engeland dat niet wordt verstoord door een opkomende socialistische beweging of militante suffragettes.[1]
  1.   Weblink bron
    Paul Moeyes
    Siegfried Sassoon : Het reukflesje van het verleden (2014), Nieuw Amsterdam, Amsterdam in:
    Frits Boterman e.a.
    Na de catastrofe: de Eerste Wereldoorlog en de zoektocht naar een nieuw Europa, ISBN 9789046817070, hfst. Vlucht naar het verleden