editeren
- edi·te·ren
editeren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
editeren |
editeerde |
geëditeerd |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk een tekst of drukwerk zodanig verzorgen en bewerken dat het uitgegeven kan worden
- ▸ Mathijsen, hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam, schreef het standaardwerk over de techniek van het editeren ”Naar de letter” en is een van de beste kenners op het gebied van cultuur en literatuur van de negentiende eeuw in Nederland.[2]
1. een tekst of drukwerk zodanig verzorgen en bewerken dat het uitgegeven kan worden
- Het woord editeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Boon, Ton den & Rudi Hendrickx(red.), Van Dale: Groot woordenboek van de Nederlandse taal, 15e druk, 3 delen, Utrecht/Antwerpen: Van Dale Uitgevers, 2015; ISBN 9789460772221; p. 1020 kol. 1
- ↑ Weblink bron G. C. de Waard“De mythe van de Romantiek” (16 maart 2005), Reformatorisch Dagblad