editeerde
- edi·teer·de
vervoeging van |
---|
editeren |
editeerde
- enkelvoud verleden tijd van editeren
- Ik editeerde.
- Jij editeerde.
- Hij, zij, het editeerde.
- Ik editeerde.
- Het woord editeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.