druistig
- druis·tig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | druistig | druistiger | druistigst |
verbogen | druistige | druistigere | druistigste |
partitief | druistigs | druistigers | - |
druistig
- op een wilde, energieke wijze
- ▸ Omdat de sfeer op de Reeperbahn voor kinderen toch wat te druistig en grimmig was, besloten we in een aanpalende straat op zoek te gaan naar een restaurant. Al binnen een minuut liepen we tegen een restaurant aan genaamd Freudenhaus St. Pauli, waar we - gelet op het nieuwe tenue van mijn jongste zoon - natuurlijk wat moesten eten.[2]
- ▸ Het team herbergt ook voldoende talent om in de nabije toekomst vruchten van te plukken. Maar het is soms te druistig, te geforceerd, niet slim genoeg.[3]
- Het woord druistig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "druistig" herkend door:
33 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'We gaan de Duitsers in de pan hakken, daarom een Duits gerecht'” (13-10-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron Rene Leferink“Veel werk aan de winkel voor Jolly Jumpers” (24-03-2019), Tubantia
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be