• drug·run·ner
enkelvoud meervoud
naamwoord drugrunner drugrunners
verkleinwoord drugrunnertje drugrunnertjes

de drugrunnerm

  1. iemand die potentiële klanten opvangt en begeleidt naar een drugshandelaar
     Tastywok Bree, dat in 2013 de deuren opende, was eigenlijk de dekmantel voor de nog beter draaiende cocaïnehandel van de zaakvoerder. Een drugrunner die loyaal was aan de Iranees bevoorraadde tussen de tachtig en honderd kleinere drugsdealers in Limburg.[1]
     Toen de beklaagde instapte in de Franse auto om de deal te sluiten kwam plots de politie op de proppen. Wat volgde was een achtervolging in ware Hollywoodstijl. De Franse bestuurder gaf plankgas terwijl de Nederlandse drugrunner nog in de auto zat.[2]
  1.   Weblink bron
    gjs
    “Wokrestaurant is dekmantel voor goeddraaiende handel in drugs” (24/12/2015), De Standaard
  2.   Weblink bron
    ASTRID SNOEYS
    “Jaar cel gevorderd voor Nederlandse drugrunner” (12 juli 2012), De Morgen