• drug·kar·tel
enkelvoud meervoud
naamwoord drugkartel drugkartels
verkleinwoord - -

het drugkartelo

  1. (misdaad) grote, wijdvertakte organisatie van producenten en handelaars in verdovende middelen
     De twee broers uit Amsterdam verzorgden volgens Justitie de logistieke middelen en het witwassen van geld voor een Colombiaans drugkartel.[1]
  1.   Weblink bron “Eis: 15 jaar voor leiden criminele organisatie” (7 mei 1993) op nrc.nl