draaihek
- draai·hek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | draaihek | draaihekken |
verkleinwoord |
het draaihek o
- draaiend hek dat personen een voor een in één richting doorlaat
- ▸ Ze stond voor het draaihek, terwijl mensen langs haar heen liepen, mensen die zich haastten naar hun volgende doel, en zij voelde alleen de zekerheid van dit moment, deze ademhaling, deze gedachte: dat ze hem moest laten gaan.[2]
- ▸ Lange wachtrijen voor de draaihekken bij het stadion. FC Twente speelt vanmiddag om half drie uit tegen FC Groningen, duizend fans hebben dertig euro neergeteld voor een kaartje. Maar zullen ze op tijd zijn? Eerst om beurten door het draaihek, fouilleren en op zoek naar een van de 22 bussen. Er geldt een alcoholverbod.[3]
1. draaiend hek dat personen in één richting doorlaat
- Het woord draaihek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ SOPHIE GREEN (vert.Els Franci-Ekeler)“De leesclub aan het einde van de wereld” (2019), Uitgeverij De Fontein , ISBN 9789026144929
- ↑ Weblink bron “Acht uur op pad voor 77 minuten” (20-03-2007), Tubantia