downloaden
- Geluid: downloaden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdɑunlodə(n) / (3 lettergrepen)
- down·loa·den
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘binnenhalen van gegevens uit een andere computer’ voor het eerst aangetroffen in 1985 [1]
- Afkomstig van het Engelse download.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
downloaden |
downloadde |
gedownload |
zwak -d | volledig |
downloaden
- een bestand van een computer of server op afstand naar een lokale computer of server overbrengen
- Hij is dat bestand nu voor je aan het downloaden.
1. een bestand van een computer of server op afstand naar een lokale computer of server overbrengen
- Het woord downloaden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "downloaden" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "downloaden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
downloaden