dorpsomroeper
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dorps·om·roe·per
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dorp en omroeper met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dorpsomroeper | dorpsomroepers |
verkleinwoord | dorpsomroepertje | dorpsomroepertjes |
Zelfstandig naamwoord
de dorpsomroeper m
- een persoon die het nieuws op een luide manier aan alle inwoners van het dorp vertelt
- Tegenwoordig komt een dorpsomroeper eigenlijk niet meer voor.
Vertalingen
1. een persoon die het nieuws op een luide manier aan alle inwoners van het dorp vertelt
Gangbaarheid
- Het woord 'dorpsomroeper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.