De dorpsomroeper van West-Terschelling (1938)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dorps·om·roe·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dorpsomroeper dorpsomroepers
verkleinwoord dorpsomroepertje dorpsomroepertjes

Zelfstandig naamwoord

de dorpsomroeperm

  1. een persoon die het nieuws op een luide manier aan alle inwoners van het dorp vertelt
    • Tegenwoordig komt een dorpsomroeper eigenlijk niet meer voor. 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie