Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dorps·arts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dorpsarts dorpsartsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dorpsartsm

  1. (medisch) huisarts die werkt in een dorp
     Het is inderdaad weer een stuk rustiger bij de dorpsklinieken. In het dorpje Hongtang spelen meerdere dorpelingen kaartspelletjes in het gezondheidscentrumpje, en er wordt gegokt. De dorpsarts is in geen velden of wegen te bekennen.[1]
     Dorpsarts vermoord in Bangladesh: In een serie van bloedige aanslagen in Bangladesh is een dorpsdokter nu het slachtoffer. Aanvallers hakten in op de man met machetes tot hij dood was.[2]
     Pastoor Berkhout zei dat inwoners hun dorpsarts de warmte hebben willen geven die in het zakelijke onderzoeksrapport ontbreekt.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Feest en rouw tijdens Nieuwjaar op Chinese platteland, corona niet voorbij” (Zondag 29 januari 2023, 19:07), NOS
  2.   Weblink bron “Dorpsarts vermoord in Bangladesh” (Vrijdag 20 mei 2016, 11:35), NOS
  3.   Weblink bron “Honderden mensen in stille tocht voor huisarts Tromp” (Vrijdag 17 april 2015, 20:36), NOS