• dor·pen·tocht
enkelvoud meervoud
naamwoord dorpentocht dorpentochten
verkleinwoord - -

de dorpentochtm

  1. (sport) uitgezette schaatsroute over natuurijs die langs meerdere kleine plaatsen voert
      De IJsbond Holland, Noorderkwartier, zal a.s. Zondag een interessante tocht houden, waarbij ook Marken en Volendam bezocht worden. De commissie heeft voor Zondag 7 Januari den volgenden dorpentocht samengesteld: Purmerend (start), Ilpendam, Monnikendam, Marken, Volendam, Edam. Oosthuizen, Hoorn, Avenhorn, Oudendijk, Beets, Oosthuizen, Purmerend (finish).[1]
  1.   Weblink bron Sport : Schaatsenrijden. : Groote ijstocht in Noord-Holland. in: Twentsch dagblad Tubantia en Enschedesche Courant, jrg. 69 nr. 3 (4 januari 1940), Van der Loeff, Enschede, p. 2 kol. 5 op nrc.nl