dopinghandel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- do·ping·han·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van doping zn en handel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dopinghandel | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de dopinghandel m
- (economie) (farmacologie) (sport) de inkoop en verkoop van verboden, prestatieverhogende middelen in de sport
- ▸ Volgens Ram heeft Leinders een hele reeks overtredingen begaan. Het gaat onder meer over dopinghandel in en het toedienen van doping bij renners. Maar ook met het helpen bij het gebruik en het verbergen van het gebruik van verboden middelen.[1]
- ▸ Volgens de speciale dienst Multidisciplinaire Hormonencel, die in België de dopinghandel bestrijdt, is Nederland "een zwakke schakel in de internationale bestrijding van de dopinghandel". Volgens de dienst wordt door Nederland niet of nauwelijks gereageerd op tips over ondergrondse dopinglaboratoria in ons land.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'dopinghandel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “'Er werd bloed van familieleden gebruikt'” (Donderdag 22 januari 2015, 15:19), NOS
- ↑ Weblink bron “'NL zwakke schakel in dopingstrijd'” (Vrijdag 1 maart 2013, 04:20), NOS