doorsijpelen
- Geluid: dóórsijpelen (hulp, bestand)
- Geluid: doorsíjpelen (hulp, bestand)
- IPA: /'dorsɛipələ(n)/
- door·sij·pe·len
- samenstelling van door en sijpelen ww
dóórsijpelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorsijpelen |
sijpelde door |
doorgesijpeld |
zwak -d | volledig |
- druppelsgewijze ergens doorheen lekken
- Aydemir is zelf kleinkind van Turkse migranten, en als journaliste in Berlijn kent ze het leven in de grootstad. Het zijn ervaringen die doorsijpelen in haar beenharde verhaal over een meisje dat ontspoort.[1]
- Kim Jong-un is een onvoorspelbare dictator die lijdt aan grootheidswaanzin. De verhalen die sporadisch doorsijpelen uit het gesloten land doen de haren ten berge rijzen. Tegelijk heeft hij ondanks zijn eindeloos gedreig andere landen (nog) niet aangevallen.[2]
- (figuurlijk) langzaam effect beginnen te hebben
- De gevolgen van de economische opleving beginnen nu ook in de provincie door te sijpelen.
- [1] transsuderen, filtreren
1. druppelsgewijze ergens doorheen lekken
doorsíjpelen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorsijpelen |
doorsijpelde |
doorgesijpeld |
zwak -d | volledig |
- langzaam ergens doortrekken en intrekken
- Het water doorsijpelde de dijk.
- Het woord doorsijpelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.