• dood·ver·le·gen
stellend
onverbogen doodverlegen
verbogen doodverlegen
partitief doodverlegens

doodverlegen

  1. heel erg schuchter
     „Ik weet niet wat te zeggen”, fluistert ze doodverlegen.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Kjeld Duits
    “De wereld waarin vrouwen de baas zijn” (14 april 2015) op nrc.nl