• dood·jam·mer
stellend
onverbogen doodjammer
verbogen doodjammere
partitief doodjammers

doodjammer

  1. heel erg jammer
     Het was doodjammer dat het tij vroeg in de middag het laagst was, want dan was het drukker op het strand dan 's ochtends vroeg en in de avond. Wij hadden liever gegraven als er verder niemand in de buurt was, in elk geval tot het moment dat we wisten wat we hadden en het veilig hadden gesteld.[2]
     De Belgische, in 2001 en 2003 verliezend finaliste in Parijs, had begin mei haar rentree willen maken op het gravel van Madrid om zich daar op Roland Garros voor te bereiden. Clijsters zei dat ze het "doodjammer" vindt het gravelseizoen te moeten laten schieten.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tracy Chevalier
    “Opmerkelijke Schepsels” (2009), Orlando, ISBN 978949208651-8
  3.   Weblink bron “Clijsters niet naar Roland Garros” (17-04-2012), NOS