• dis·lo·ca·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord dislocatie dislocaties
verkleinwoord

de dislocatiev

  1. verplaatsing
  2. (medisch) (ongewone) verplaatsing b.v. de ligging van beenstukken ten opzichte van elkaar na een breuk
  3. (geologie) onderbreking of verandering van richting in het verloop van aardlagen
  4. (natuurkunde) discontinuïteit in een kristalstructuur