discontinuïteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dis·con·ti·nuï·teit, dis·con·ti·nu·iteit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | discontinuïteit | discontinuïteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- plaats waar continuïteit ophoudt, een onderbreking
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord discontinuïteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.