discussiëren
- Geluid: discussiëren (hulp, bestand)
- IPA: / ˌdɪskʏˈʃerə(n) / (4 lettergrepen)
- dis·cus·sië·ren, dis·cus·si·eren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
discussiëren |
discussieerde |
gediscussieerd |
zwak -d | volledig |
discussiëren
- inergatief van gedachten wisselen, een discussie voeren waarbij de verschillende gesprekspartners verschillende en soms ook tegengestelde meningen hebben
1.
- Het woord discussiëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "discussiëren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ discussiëren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628142
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be