bediscussiëren
- be·dis·cus·si·e·ren
- Afgeleid van discussiëren met het voorvoegsel be-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bediscussiëren |
bediscussieerde |
bediscussieerd |
zwak -d | volledig |
bediscussiëren
- overgankelijk aan discussie onderwerpen
- De details daarvan zijn immers uitgebreid bediscussieerd in de vorige vergadering.
1. aan discussie onderwerpen
- Het woord bediscussiëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.