• di·ges·tie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘spijsvertering’ voor het eerst aangetroffen in 1569 [1]
  • Naamwoord van handeling van digereren met het achtervoegsel -tie
  • afgeleid van het Franse digestion of daarvoor van het Latijnse 'dīgestiō'
enkelvoud meervoud
naamwoord digestie -
verkleinwoord - -

de digestiev

  1. (biologie) het proces in het lichaam waardoor het opgenomen voedsel in voedende stof omgezet wordt
89 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[2]