dennenbos
- den·nen·bos
het dennenbos o
- (biologie) een bos met dennen, een bos met naaldbomen
- Voor de ingang van het park stonden gendarmeriebusjes geparkeerd. In de zaterdagkrant was ook een luchtfoto afgedrukt van het Plateau de Millevaches. Daarop waren eindeloze dennenbossen te zien zonder ergens bebouwing of doorgaande wegen. [2]
- Stroken dennenbos werden afgewisseld met kale loofbomen en stukken grauw gras. Ik telde onderweg de vele roof vogels die op palen en hekken zaten. Het voorkwam dat ik aan de avond dacht. [3]
- Naast de kust blijven de Ardennen dé Belgische vakantieklassieker. Maar vergeet het beeld van die plek waar een kajaktochtje het enige alternatief is voor een wandeling door het beuken- of dennenbos. De Ardennen staan voor een grote omwenteling, met dank aan Marc Coucke. [4]
- Het woord dennenbos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dennenbos" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Berg, MichaelEen echte vrouw [2010] ISBN 978-90-443-2721-2 pagina 168
- ↑ Stralen, Auke vanTankstelle [2014] ISBN 978-90-468-1581-6 pagina 59
- ↑ de Standaard 06/juli/2017 door wle/pse
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be