Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • denk·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen denkbaar denkbaarder denkbaarst
verbogen denkbare denkbaardere denkbaarste
partitief denkbaars denkbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

denkbaar

  1. wat mogelijk is maar nog niet bewezen is
    • Het is eigenlijk niet denkbaar dat een mens 5000 km kan hardlopen in minder dan 50 dagen en toch gebeurt dat ieder jaar in New-York. 
    • Volgens de wetenschappers is het denkbaar dat het om een brokstuk gaat van de planetoïde die in botsing is gekomen met het moederlichaam van de L-chondrieten. Ze suggereren dat er al lang niets meer van deze planetoïde over is[2] 
     Toch had zowel de Luftwaffe als het Duitse leger de overwonnen Engelsen bij Duinkerken op de mildst denkbare manier behandeld.[3]
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. denkbaar op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Eddy Echternach 16 juni 2016
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be