demontabel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: demontabel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·mon·ta·bel
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | demontabel | demontabeler | demontabelst |
verbogen | demontabele | demontabelere | demontabelste |
partitief | demontabels | demontabelers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
demontabel
- uit elkaar te halen
Synoniemen
Vertalingen
uit elkaar te halen
Gangbaarheid
- Het woord demontabel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "demontabel" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be