deltavliegen bij de zee
  • del·ta·vlie·gen

deltavliegen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
deltavliegen


onvolledig
  1. (luchtvaart) (sport) zweefvliegen aan een driehoekige vleugel, meestal start men vanaf een berg
    • Een instructeur deltavliegen is zaterdag in de Haute-Savoie in het zuidoosten van Frankrijk om het leven gekomen. De man viel om een onbekende reden uit het vliegtuigje terwijl hij les aan geven was aan een klant. Dat is vernomen bij de hulpdiensten. [1] 
    • Er zijn dit weekend vijf sporters omgekomen in de Franse Alpen. De slachtoffers kwamen op verschillende plaatsen om het leven tijdens het klimmen, deltavliegen, parapenten en wingsuit-vliegen. De krant Ouest France sprak van een ,,zwart weekend in de bergen." [2] 
98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]
  1. de Standaard 13/augustus/2016 door jns
  2. Tubantia 11-januari-2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be