• de·fla·toir
  • uit het Frans [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen deflatoir deflatoirder deflatoirst
verbogen deflatoire deflatoirdere deflatoirste
partitief deflatoirs deflatoirders -

deflatoir [2]

  1. (economie) waarde vermeerdering van geld bevorderend; deflatie bevorderend
     Stijgende grondstoffenprijzen, de krimpende poel van goedkope arbeid in de wereld op grond van demografische ontwikkelingen en het uittoppen van de deflatoire invloed van internetinnovatie zorgen er mijns inziens voor dat de kans op inflatie groter is dan die op verdergaande deflatie.[3]
     Door de deflatoire druk die hiervan uitgaat, stijgt de rente niet.[4]


65 % van de Nederlanders;
62 % van de Vlamingen.[5]
  1. deflatoir op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3.   Weblink bron
    Niek Sterk
    “Column: Inflatie in aantocht” (24 feb. 2017), De Telegraaf
  4.   Weblink bron
    JOHAN WIERING
    “Herstel olieprijzen beperkt min AEX” (22 jun. 2017), De Telegraaf
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be