deflatoir
- de·fla·toir
- uit het Frans [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | deflatoir | deflatoirder | deflatoirst |
verbogen | deflatoire | deflatoirdere | deflatoirste |
partitief | deflatoirs | deflatoirders | - |
deflatoir [2]
- (economie) waarde vermeerdering van geld bevorderend; deflatie bevorderend
- ▸ Stijgende grondstoffenprijzen, de krimpende poel van goedkope arbeid in de wereld op grond van demografische ontwikkelingen en het uittoppen van de deflatoire invloed van internetinnovatie zorgen er mijns inziens voor dat de kans op inflatie groter is dan die op verdergaande deflatie.[3]
- ▸ Door de deflatoire druk die hiervan uitgaat, stijgt de rente niet.[4]
- Het woord deflatoir staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "deflatoir" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ deflatoir op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Niek Sterk“Column: Inflatie in aantocht” (24 feb. 2017), De Telegraaf
- ↑ Weblink bron JOHAN WIERING“Herstel olieprijzen beperkt min AEX” (22 jun. 2017), De Telegraaf
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be