• de·cor·ont·wer·per
enkelvoud meervoud
naamwoord decorontwerper decorontwerpers
verkleinwoord

de decorontwerperm

  1. (beroep) iemand die de aankleding van een toneeluitvoering bedenkt
     Hare Majesteit werd ook nog voorgesteld aan de decorontwerper.[2]
     Nadine mag dan op dit moment de beste etaleur ter wereld zijn, de winkelstraten staan nu niet vol met haar creaties. "Ik studeerde ruimtelijke vormgeving in Utrecht, en ben net afgestudeerd in stand-, winkel- en decorvormgever", vertelt Nadine. "Hierna wil ik studeren aan de filmacademie als decorontwerper."[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  3.   Weblink bron “Nadine Klingen is wereldkampioen etaleren” (17-08-2015), NOS