• sce·no·graaf
enkelvoud meervoud
naamwoord scenograaf scenografen
verkleinwoord

de scenograafm

  1. (beroep) iemand die een toneelvoorstelling vormgeeft
     Pas dan was ik in staat om met de scenograaf en de lichttechnicus samen te werken en de noodzakelijke aanpassingen te doen zonder het ritme van de acteurs te verstoren.[1]
     Samen met dramaturg Koen Tachelet en scenograaf Jan Versweyveld bracht Van Hove het boek terug naar 150 pagina's en zette de scènes op toneel. Het stuk blijft dicht bij het origineel. "We volgen hetzelfde coming-of-ageverhaal, en doen dan dezelfde afdaling in de hel."[2]
  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron
    Ronja Hijmans
    “Internationaal Theater Amsterdam daalt met Een Klein Leven ‘af in de hel’” (22-09-2018), NOS