dankuwel
- dank·u·wel
dankuwel
- (formeel) uiting van erkentelijkheid
- Dankuwel! Dat spaart me heel veel werk!
- dankjewel, dankjulliewel (informeel)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dankuwel | dankuwels |
verkleinwoord | - | - |
het dankuwel o
- formele dankbetuiging
- Na een wat stijf en zurig dankuwel nam hij gauw de benen.
- Als tussenwerpsel of zelfstandignaamwoord wordt dit woord aaneengeschreven, maar in een zinsnede kunnen de drie delen ook afzonderlijk geschreven worden.
- (Ik) dank u wel voor uw hulp.
- Het woord dankuwel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.