Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cri·te·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘onderscheidend kenmerk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1663 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord criterium criteria
criteriums
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het criteriumo

  1. toets, een doorslaggevende reden, maatstaf
    • De criteria die gebruikt worden bij de beoordeling omvatten zowel de sterkte, de duurzaamheid, het gewicht als de prijs en de levertijd van het materiaal. 
  2. (wielrennen) een wielerwedstrijd van zelden langer dan 100 kilometer, die bestaat uit zeer veel korte plaatselijke ronden
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen