creolist
- cre·o·list
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | creolist | creolisten |
verkleinwoord | creolistje | creolistjes |
de creolist m
- iemand die zich bezighoudt met de studie van pidgin- en creooltalen
- Ook is door de creolist aannemelijk gemaakt dat in bepaalde gevallen kinderen groepsgewijs werden opgevoed door een pidgin-sprekende volwassene.
1. iemand die zich bezighoudt met de studie van pidgin- en creooltalen
- Het woord 'creolist' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.