Courgettes.
  • cour·get·te
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘pompoen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1968 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord courgette courgettes
verkleinwoord courgettetje courgettetjes

de courgettev / m

  1. (groente) Cucurbita pepo, een groente uit de komkommerfamilie
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]