• con·tro·leer·baar
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen controleerbaar controleerbaarder controleerbaarst
verbogen controleerbare controleerbaardere controleerbaarste
partitief controleerbaars controleerbaarders -

controleerbaar [1]

  1. vatbaar, geschikt om gecontroleerd te worden
     In het voorstel staat ook dat telefoonnummers en e-mailadressen niet meer openbaar in het Handelsregister moeten komen te staan. Overigens blijven afgeschermde gegevens wel zichtbaar voor overheidsinstanties en beroepsgroepen met een wettelijke toestemming, zoals de Belastingdienst en deurwaarders. Daardoor blijven bepaalde gegevens controleerbaar en komt de rechtszekerheid niet in het geding, schrijft de minister.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Minister wil dat eenmanszaken adres kunnen afschermen bij KVK” (Woensdag 29 juni 2022), NU.nl