Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·trac·ten·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contractenrecht
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het contractenrechto

  1. (juridisch) alle wetgeving rond het maken en naleven van overeenkomsten
     De oppositieleider wordt van diverse administratieve vergrijpen beticht, waaronder inbreuk op het contractenrecht, plus het op een verkeerde manier aanwenden van donaties van de Britse en Poolse ambassade.[1]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Belangrijkste oppositieleider Venezuela krijgt beroepsverbod” (Zaterdag 8 april 2017, 03:22), NOS