• con·tact·taal
enkelvoud meervoud
naamwoord contacttaal contacttalen
verkleinwoord contacttaaltje contacttaaltjes

de contacttaalv / m

  1. (taalkunde) taal die wordt gebruikt als bevolkingsgroepen die verschillende talen spreken met elkaar communiceren
    • Nederlands heeft in het Verre Oosten nooit een positie als wijd verbreide contacttaal verworven. 
  2. (taalkunde) taal die op deze manier uit twee andere talen wordt gevormd, mengtaal