Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·sis·ten·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord consistentie consistenties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de consistentiev [2]

  1. het vrij zijn van innerlijke tegenspraak
  2. dichtheid van een stof, dikte, samenhang, stevigheid, vastheid, verband
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen