consistent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: consistent (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·sis·tent
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘duurzaam’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | consistent | consistenter | consistentst |
verbogen | consistente | consistentere | consistentste |
partitief | consistents | consistenters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
consistent
- standvastig, betrouwbaar, niet onderhevig aan grillen
- Er moet consistent beleid komen.
Antoniemen
Vertalingen
1. standvastig, betrouwbaar
Gangbaarheid
- Het woord consistent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "consistent" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "consistent" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Frans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
consister |
consistent