• con·san·gu·ien
stellend
onverbogen consanguien
verbogen consanguiene
partitief consanguiens

consanguien

  1. bloedverwant
  • Dit woord stond als "consanguien" zonder trema in Van Dale's Groot Woordenboek van de Nederlandse Taal in de 8e (1960) en de 9e druk (1970). Daarna werd tot en met de 15e druk in 2015 de schrijfwijze "consanguïen" met trema aangehouden. In 2015 stond dit woord voor het eerst in de Woordenlijst Nederlandse Taal, gespeld met een trema. Van Dale online is daarna naar deze schrijfwijze teruggekeerd. Argument voor deze spelling is de spellingregel onder 7.5 (d) dat zuiver uitheemse woorden hun spelling zonder trema houden.