Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·san·gui·ni·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord consanguiniteit consanguiniteiten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

consanguiniteit

  1. het hebben van een gemeenschappelijke voorouder bij twee personen
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie