conjuntivitis
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- con·jun·ti·vit·is
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Latijnse conjuntiva met het achtervoegsel -itis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | conjuntivitis | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
conjuntivitis
- (medisch) een ontsteking van het bindvlies dat de buitenkant van het oogwit en de binnenkant van de oogleden bekleedt
Synoniemen
Vertalingen
1.een ontsteking van het bindvlies dat de buitenkant van het oogwit en de binnenkant van de oogleden bekleedt
Gangbaarheid
- Het woord 'conjuntivitis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- con·jun·ti·vit·is
enkelvoud | meervoud |
---|---|
conjuntivitis | - |
Zelfstandig naamwoord
conjuntivitis v
Verwijzingen
- conjuntivitis in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española