congenitaal
- Geluid: congenitaal (hulp, bestand)
- con·ge·ni·taal
- In de betekenis van ‘aangeboren’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | congenitaal | congenitaler | congenitaalst |
verbogen | congenitale | congenitalere | congenitaalste |
partitief | congenitaals | congenitalers | - |
congenitaal
- (medisch) aangeboren
1. aangeboren
- Het woord congenitaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "congenitaal" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "congenitaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be