conclaaf
- con·claaf
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vergadering van kardinalen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1449 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | conclaaf | conclaven |
verkleinwoord | conclaafje | conclaafjes |
het conclaaf o
- een besloten kerkvergadering van kardinalen waarbij een paus gekozen wordt
- Hij mocht niet bij het conclaaf zijn.
In conclaaf gaan.
- In overleg gaan.
1. een besloten kerkvergadering van kardinalen waarbij een paus gekozen wordt
- Het woord conclaaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "conclaaf" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "conclaaf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be