colchicine
- Geluid: colchicine (hulp, bestand)
- IPA: / ˌkɔlxiˈsinə / (4 lettergrepen)
- col·chi·ci·ne
- van Duits Colchicin, afgeleid van Latijn Colchicum "herfsttijloos" met het achtervoegsel -in; als benaming voor het eerst gebruikt in 1833 door de Duitse scheikundige P.L. Geiger in 18 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | colchicine | - |
verkleinwoord | - | - |
- (scheikunde) uit herfsttijloos Colchicum gewonnen alkaloïde
- ▸ Colchicine is een ontstekingsremmende stof die oorspronkelijk werd gewonnen uit herfsttijloos, een bolgewas uit de leliefamilie dat toevallig nu overal in bloei staat.[2]
- (medisch) ontstekingsremmend middel dat helpt tegen jicht en hartkwalen, maar bij iets hogere dosering al giftig kan zijn; vroeger ook wel gebruikt tegen kanker
- ▸ De onderzoekers koppelden het ANP-gen aan een ander gen dat de cellen resistent maakt tegen de ontstekingsremmer colchicine.[3]
- (plantkunde) stof gebruikt om polyploïde planten te produceren
- ▸ Steichen bewerkte zijn riddersporen in de jaren dertig met colchicine, waardoor hij het aantal chromosomen van de plant kon verdubbelen.[4]
- [1.1] jicht
- [1.2] polyploïde
- Het woord colchicine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron P.L. GeigerUeber einige neue giftige organische Alkalien (29 augustus 1833), Universitäts-Buchhandlung von C.F. Winter, Heidelberg in: Annalen der Pharmacie, jrg. 7 nr. 3 (1833), 274-276
- ↑ Weblink bron Sander Voormolen“Pil tegen jicht kan nieuwe hartaanvallen voorkomen” (31 augustus 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Huup Dassen“Gen in overgezet stukje huid verlaagt bloeddruk muis” (16 januari 2010) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Bianca Stigter“De bloem als readymade” (10 januari 2003) op nrc.nl