Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • co·cos·ti·ran
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cocostiran cocostirannen
verkleinwoord cocostirannetje cocostirannetjes

Zelfstandig naamwoord

de cocostiranm

  1. (zangvogels) Nesotriccus ridgwayi   een zangvogel uit de familie Tyrannidae   (tirannen). Deze soort is endemisch op het Cocoseiland, een onbewoond eiland in de Grote Oceaan nabij Costa Rica
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie