• chut·ney
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘zoetzuur met vruchten’ voor het eerst aangetroffen in 1903 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord chutney chutneys
verkleinwoord - -

de chutneym

  1. (voeding) een zoetzuur bijgerecht van vruchten, groenten of een combinatie van beide. Het wordt meestal bij koude gerechten geserveerd. Klassieke ingrediënten zijn mango, ananas, tomaat of ui
82 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[3]