chocomousse
  • cho·co·mous·se
enkelvoud meervoud
naamwoord chocomousse chocomousses
verkleinwoord

de chocomoussev / m

  1. (kookkunst) nagerecht gemaakt van geklopte eieren, gesmolten chocolade en slagroom
     De dessertkeuze is beperkt: de eeuwige crème brûlée en chocomousse. Wij prefereren een plateau kazen met zijn tweeën: vijf goed rijpe, harde en zachte.[1]
  1.   Weblink bron
    Ruud Voest
    “Orgaanvlees in 'Bistro Robuste'” (10-01-2017,), Tubantia