chocoladehagelslag

  • cho·co·la·de·ha·gel·slag
enkelvoud meervoud
naamwoord chocoladehagelslag -
verkleinwoord

de chocoladehagelslagm

  1. (voeding) kleine chocoladekorrels, chocoladehagel, muizenstrontjes (Vlaams)
    • Ik heb de taart bestrooid met chocoladehagelslag.