• chi·li con car·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord chili con carne
verkleinwoord

de chili con carnev / m

  1. (voeding) een stoofpot die samengesteld is uit vlees (meestal gehakt of spek) en chilipeper vaak ook met bruine bonen
    • Niet lang geleden waren bonen van die dingen die je gebruikte in de chili con carne, of bij een stevig Engels ontbijt. Inmiddels zijn bonen zulk veelzijdig superfood dat je voor elk recept een andere soort kunt gebruiken. Dat we dat nu weten, hebben we te danken aan een aantal recent verschenen, goed doortimmerde en toegankelijke boeken. Het afgelopen jaar was het beste voorbeeld daarvan Bonen! - een geweldige introductie in de wondere wereld van de peulvrucht.[1] 
    • Hoe dichter Thomas Rosenboom - die furore maakte met zijn historische romans - in zijn fictie onze huidige tijd nadert, hoe duidelijker hij zijn eigen persoonlijkheid tot inzet van zijn schrijven maakt. De romanfiguren Lou en Eddie vertonen trekken van een parodie van de schrijver op zichzelf. Zo is Lou een contactgestoorde zonderling die iedere dag chili con carne eet. Thomas Rosenboom heeft dat in 2003 over zichzelf verteld en is daar vervolgens door columnisten enorm mee gepest.[2]  
  1. NRC Sam de Voogt 8 november 2016
  2. NRC Elsbeth Etty 2 november 2012