• IPA: /ˈkaɾne/
  • car·ne
  • Van het Latijnse caro (genitief: carnis).

carne v

  1. vlees
  2. vruchtvlees


  • car·ne
  • Van het Latijnse caro (genitief: carnis).

carne v

  1. vlees


carne v

  1. (spreektaal) taai vlees, schoenzool [1]


  • car·ne
  • Van het Latijnse caro (genitief: carnis).
enkelvoud meervoud
carne carnes

carne v

  1. vlees


  • IPA: /ˈkarnɛ/
  • car·ne
  • Van het Latijnse caro (genitief: carnis).
enkelvoud meervoud
carne carni

carne v

  1. vlees


enkelvoud of
impliciet meervoud
expliciet meervoud
  carne     carnenan  

carne

  1. (evenhoevigen) schaap
  • Schrijfwijze op Bonaire en Curaçao: karné.


  • car·ne
  • Van het Latijnse caro (genitief: carnis).
enkelvoud meervoud
carne carnes

carne v

  1. vlees
  2. verwantschap
  3. vruchtvlees


  • car·ne
  • Van het Latijnse caro (genitief: carnis).

carne v

  1. vlees


  • IPA: /ˈkaɾne/
  • car·ne
  • Van het Latijnse caro (genitief: carnis).
enkelvoud meervoud
carne carnes

carne v

  1. vlees
  2. vruchtvlees